(L., sucus = sap), vetplanten met vlezige bladeren of stengels: met waterweefsel (waterhoudend parenchym) dat veel water kan opnemen. Zij hebben ook een wijdvertakte wortelstelsel, dikke cuticula, ingezonken huidmondjes, klein verdampend oppervlak.
Bv. cactussen, Euphorbia, Aloë; in ons land muurpeper.