een celgrenslaag, wit en vetachtig, die een zenuwvezel (axon) omgeeft. Komt voor bij hersen- en ruggemergszenuwen.
Gevormd door de cellen van Schwann, die er in windingen omheen gedraaid zijn. De mergschede dient voor isolatie. De opeenvolgende cellen van Schwann zijn bij de insnoeringen van Ranvier onderbroken.