soort kreeft die het weke achterlijf in de schelp van een slak, die meestal eerst wordt opgegeten, verbergt. Bij groei wordt een grotere schelp gezocht. Op de schelp vaak zeeanemoon of kwalpoliepen.
Ze leven hiermee in symbiose. Zeeanemoon beschermt de kreeft met netelcellen, profiteert van het voedsel en wordt er door verplaatst.