Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

eileider

betekenis & definitie

afvoerbuisje voor eieren uit eierstok: bij de vrouw twee dunne buisjes (ca. 15 cm lang), beginnend bij eierstok met trechtervormige verwijding, de trompet (voor opvangen van eicellen) en uitmondend in baarmoeder. Binnenin een slijmvlies met trilhaarepitheel voor verplaatsing van slijm en eicellen naar baarmoeder en tegenhouden van bacteriën.

< >