Naast het BBP zijn er nog heel veel andere manieren om naar de economie van een land aan te kijken. Zo zijn er bijvoorbeeld de macro-economische vergelijkingen van Keynes, die laten zien hoe de macro-economie (de economie op grote schaal) een kringloop is.
Als bepaalde delen in die economie veranderen, dan heeft dat effect op de gehele economie. Dit noemen we het multipliereffect. Dit houdt in dat wanneer bijvoorbeeld Consumptie (C) toeneemt, het Nationaal Inkomen (Y) ook toeneemt. Dit kan betekenen dat Investeringen (I) ook toenemen, waardoor Y verder stijgt, etc.
• Y=C+I+O+E–M
C: Consumptie (consumenten)
I: (netto-)Investeringen (bedrijven)
O: Overheidsuitgaven (overheid)
E: Export (buitenland)
M: Import (buitenland)
In deze vergelijking wordt gekeken naar de bijdrage van verschillende groepen mensen in de economie van een land. Hoe groot bijvoorbeeld het aandeel van consumenten (gezinnen) in de uitgaven van een land is. Of hoe belangrijk de handel met het buitenland is voor een land. Dit kan veel zeggen over de structuur van een economie: is een land bijvoorbeeld een open of een gesloten economie.