Hiermee worden én op hazelmuizen gelijkende knaagdieren bedoeld, behendige klimmers waarvan de winterslaap zeven maanden duurt, én de zeven broers Maximinianus, Malchus, Martinianus, Constantinus, Dionysius, Johannes en Serapion. Volgens een oude legende vluchtten ze voor de jodenvervolging in het jaar 251 onder keizer Decius in een grot bij Ephesus.
Ze werden daar ingemetseld, sliepen in en werden bij de toevallige opening van de grot in 446 weer wakker. Ze bieden uitkomst bij slapeloosheid - de zeven namen op een papiertje noteren en onder het hoofdkussen leggen. De 27ste juni is hun dag die alle zonaanbidders gespannen afwachten, want als het dan regent, dan blijft het zeven weken lang regenen. Kennelijk geen bijgelovige prognose, want de serieuze weervoorspellers zeggen dat daarop een kans bestaat van ten minste 60 procent.→ Boerenspreuken.