Moorman, Jeremia 13: 23.
Deze bekende uitspraak wordt met deze andere verbonden, of ook een luipaard zijne vlekken? Zij ziet op de zedelijke gebreken der inwoners van Juda, die hun volgens Jeremia, door er steeds aan toe te geven, zoozeer tot tweede natuur zijn geworden, dat zij ze onmogelijk meer kunnen afleggen. Hij gebruikt dus de uitdrukking ter kenschetsing hunner onbekeerlijkheid en verharding, en bezigt de vergelijking van moorman en luipaard, omdat de donkere of zwarte kleur des eersten, de donkere vlekken des laatsten een treffend beeld zijn voor de ongerechtigheid der Israëlieten. Dat deze vergelijking natuurlijk cum grano salis moet opgevat worden, en de profeet ten slotte toch de hoop heeft dat hij Juda nog verootmoedigen en tot bekeering leiden zal, blijkt uit menige andere vermaning in zijne profetie. — Zij heeft bij ons de beteekenis, dat er geene verandering te wachten is van iemands natuurlijke gebreken, of geen ommekeer in de aangeboren eigenaardigheden van iemands karakter. De oude vertaling heeft moriaan in plaats van moorman. Het bekende het is den moriaan geschuurd heeft denzelfden zin, maar is aan de genoemde bijbelplaats, waar van wasschen of schuren geen sprake is, blijkbaar niet ontleend.