Bijbelse spreekwoorden

C.F. Zeeman (1888)

Gepubliceerd op 12-03-2025

Hij doet het om den broode

betekenis & definitie

Brood, Joh. 6: 26, Spreuk 28: 21.

Deze spreekwijze bij Harrebomée I. 96 en bij van Sandwijk onder de spreekwoorden over brood voorkomende, wordt gebezigd, wanneer men wil aanduiden, dat iemand godsdienstig of vriendelijk jegens anderen zich voordoet, niet uit het beginsel van zuivere godsvrucht of reine menschenliefde, maar uit eigenbelang. V. Sandwijk past het toe, overeenkomstig den aard van zijn boek op het baatzuchtig zoeken van vriendschap bij kinderen, en vergelijkt het rijmpje: elk die geeft, zijn vrienden heeft. Voor de aanstonds gegevene beteekenis haalt hij terecht de uitdrukking aan: het zijn rijst-Christenen, dat zijn Javanen, die het Christendom aannamen, om een stuk rijstveld te bekomen. Zoowel uit het O., als uit het N. T. kan de spreuk ontleend zijn, al noemen Harrebomée en v. S. alleen Joh. 6: 26. Spreuk 28: 21 vinden we toch: de aangezichten te kennen is niet goed, (want) een man zal om een stuk brood overtreden; hetwelk beteekent: het is niet goed bij eene rechtszaak met aanzien des persoons te handelen, vgl. Spreuk. 24: 23—25 en (toch) komt het dikwijls voor, dat iemand om een stuk brood, om eenig tijdelijk voordeel, tegen het gebod der rechtvaardigheid handelt. Wordt hier dus gesproken van onrechtvaardigheid jegens menschen, welke uit baatzucht voortkomt, de eigenbaat bij betooning van schijnbare belangstelling in den godsdienst, wordt door Jezus in

de inwoners van Kapernaüm berispt Joh. 6: 26. Daar toch zegt Jezus tot de schare, die daags na de wonderbare spijziging hem weder opzocht: gij zoekt mij niet omdat gij teekenen gezien hebt, maar omdat gij van de brooden gegeten hebt en verzadigd zijt d.i. Geene waardeering van mijn persoon gewekt door de aanschouwing van het teeken mijner goddelijke zending drijft u herwaarts, maar slechts de hoop, om van mij de voorziening in uwe tijdelijke behoeften, aardsche welvaart te verkrijgen.

< >