Bijbelse spreekwoorden

C.F. Zeeman (1888)

Gepubliceerd op 12-03-2025

Het is niet recht kouscher

betekenis & definitie

Kouscher, Lev. 3: 17, Deut. 14, 21.

Deze spreekwijze is ontleend aan het latere spraakgebruik der Joden, maar omdat èn de zaak op de Mozaische wet gegrond, èn het woord van Hebreeuwschen oorsprong is, schijnt eene toelichting in dit werk niet misplaatst. Het was den Israëlieten verboden om eenig vleesch te eten dat verscheurd, niet goed gezond, of zijn natuurlijken dood gestorven was Lev. 17: 15, Deut. 14, 21; ook mocht het bloed niet gegeten worden, Lev. 3: 17. Daaruit vloeide nu voor de latere Joden de bepaling voort, dat het dier welks vleesch men eten wilde, op behoorlijke wijze geslacht en nauwkeurig onderzocht moest worden; hebben de personen, die daartoe met zekere kundigheden blijken toegerust te zijn, dit na onderzoek goed bevonden, dan verklaren zij het beest voor kaschêr d.w.z. recht, dus dienstig tot voedsel. Dat woord kaschêr met zijne afleidingen komt in de latere bijbelboeken voor; het woord zelf Esth. 8: 15 en is daar vertaald door recht (in ’s konings oogen). Uit dit gebruik nu verklaart zich de aanstonds genoemde uitdrukking; kaschêr ging in de volkstaal in kauscher of kousjer over en de spreekwijze kunnen wij dus omschrijven: het is niet recht zuiver, de zaak of persoon is verdacht, niet goed te vertrouwen. Vgl. de Israëliet onzer dagen door Horst 1855 bl. 74.

< >