Bijbelse spreekwoorden

C.F. Zeeman (1888)

Gepubliceerd op 12-03-2025

Dat is er een uit de arke Noachs

betekenis & definitie

Ark, Gen. 6: 13, enz.; Gen. 7: 13—16.

- Dat is er een uit de arke Noachs.

- Cham is met Noach in de ark geweest.
- Het is daar een rechte ark.



Het woord ark, van het latijnsche arca afgeleid, wat eenvoudig kast of kist beteekent, is de aan ieder bekende naam van het vaartuig waarin Noach met de zijnen bij den zondvloed zijne toevlucht vond. De naam duidt eigenlijk een vaartuig aan zonder riemen of zeilen. Volgens de Israelietische overleveringen, welke wij in Gen. 6—8 vinden en waarbij, gelijk in het algemeen in de boeken van Mozes, eene oudere en eene jongere moeten onderscheiden worden, kreeg Noach, door zijne godsvrucht uitblinkend, den goddelijken last om tot berging van zichzelf en zijn huisgezin, alsmede van al de diersoorten (volgens Gen. 6: 19, 20 van elke soort één paar, maar volgens Gen. 7: 2, 3, van de onreine dieren één, van de reine zeven paar) een groot houten schip te bouwen. Dat vaartuig, wanneer de Gen. 6: 15 opgegevene maat in aanmerking genomen en de heilige el op 45 centimeter gesteld wordt, had de afmetingen van een zeer groot schip, gelijk ook uit het door onzen landgenoot, Pieter Jansen, in 1609 naar het in Genesis opgegeven model vervaardigde vaartuig blijkt. Daarin borgen zich, volgens het oud verhaal, Gen. 7: 13—16, Noach en zijne drie zonen met hunne vrouwen, benevens al het vee en kruipend gedierte en gevogelte, die twee aan twee de arke binnentraden en ruim een jaar verstrekte zij aan al die levende wezens tot verblijf. Uit deze bijzonderheden verklaren zich de aanstonds genoemde spreuken. De beide eersten zinspelen op de overoude tijden waarin ons dit verhaal verplaatst. Een uit de arke Noachs beteekent een persoon, ouderwetsch in kleeding en vormen. Met Cham in de arke Noachs geweest, wordt volgens Harrebomée I, 19 ook voor iemand of iets dat zeer oud is gebezigd, met zinspeling op den naam van het aloude Friesche geslacht Cammingha.

De laatstgenoemde spreekwijze het is daar eene rechte ark beteekent: er is in dat huishouden eene groote opeenhooping van alles, menschen, huisraad en vee, en vindt gemakkelijk hare verklaring in de groote menigte levende wezens die in de ark geborgen werden.

Menige hofstede in Gelderland of Overijssel draagt denzelfden naam van ark waarschijnlijk èn om de afgezonderde en hooge ligging, èn omdat daarin, bij de eenvoudige zeden welke vroeger in die provincies vooral onder de boeren heerschten, alles bijeengetast werd en koeien, schapen, varkens en kippen recht gezellig met de redelijke bewoners samenhuisden.

< >