(Co. 27)
Een grijsachtig metaal met sterke glans, dat veel overeenkomst vertoont met nikkel (zie daar). Het element, dat in zijn verbindingen in de oudheid al bekend was, werd in 1735 door G. Brandt (1694-1768) uit bismutmineralen bereid. Kobaltverbindingen waren al in de oudheid bekend en werden in de glasindustrie gebruikt voor het blauw kleuren van glas. De naam zou afgeleid zijn van kobold (kabouter). Deze Oudgermaanse berggeesten stonden bij de mijnwerkers in een kwade reuk, omdat ze meenden dat het metaal door de aardmannetjes behekst was en in de plaats was gelegd van zilver, dat ze eerst geroofd hadden.
Een andere verklaring is. dat de naam kobalt afgeleid is van het Assyrische kibaltu, een stof die in de glasindustrie gebruikt werd.
In de geneeskunde wordt het isotoop 60 Co, een krachtige gammastraler. gebruikt voor de behandeling van kwaadaardige gezwellen. Kobaltstaal (40-60% Co, rest chroom, wolfraam, koolstof) vindt zijn toepassing bij de fabricage van scheermesjes. Een aantal kobaltlegeringen staan bekend om hun zeer goede magnetische eigenschappen. Kobaltoxide wordt toegepast als katalysator in uitlaatgassen.