In de 16de en 17de eeuw de benaming van de Franse protestanten. Bij de ‘Parijse bloedbruiloft’, de Bartholomeusnacht, zijn we de hugenoten als een van de partijen in de felle godsdienstoorlogen reeds tegengekomen.
In 1520 spraken de katholieken voor het eerst van ‘hugenoten’; ze doelden hiermee op de calvinisten uit Genève, die zich tegen de hertog van Savoie verzetten. Zeil' noemden deze strijdbare calvinisten zich ‘Eidguenots’, waarbij hun voorkeur voor de Zwitserse Eidgenossen duidelijk tot uitdrukking kwam. Hun naam zou verder beïnvloed zijn door die van hun leider Hugués de Besancon uit Gencvc.Onder de korte regering van koning Frans II (15591560) kregen de Franse hugenoten grote politieke betekenis, omdat behalve De Bourbons ook een aantal andere belangrijke adellijke families (o. a. Condé en Coligny) zich aan hun hoofd stelden en opkwamen tegen de overheersing van de katholieke Guises aan het Franse hof.
Na een reeks van bloedige hugenotenoorlogen stond men hun bij het Edict Van Nantes (1598) volledig vrije godsdienstoefening toe. In 1685 hief Kodewijk XIV het Edict op, waardoor duizenden hugenoten naar Zwitserland, de Nederlandse Republiek, Duitsland en Engeland uitweken.
In Nederland vormden deze ‘réfugiés de zogenaamde Waalse gemeenten, die een afzonderlijke classis van de Nederlands Hervormde Kerk uitmaakten. Momenteel zijn er in Nederland nog 14 gemeenten met ca. 3600 leden.