Niet een lantaarn van een bepaalde makelij; het woord komt voor in de (weinig gebruikte) uitdrukking 'met een diogeneslantaarn lopen’, d.w.z. vervuld van norse ijver (‘stoor me niet’, 'loop me niet voor de voeten’) het ware en goede zoeken in de mens.
Deze IMogenes (er zijn er meer geweest) is Diogenes van Sinope. Dit Sinope lag toen en nu met een letter minder op de noordkust van Turkije: Sinop.
Diogenes, die leefde van omstreeks 400 tot 325 v. Chr, kwam reeds als jonge jongen naar Athene. Opgroeiend raakte hij onder invloed van een bepaalde wijsgerige stroming. Dat bracht hem ertoe alle luxueuze voorzieningen af te zweren en heel eenvoudig te leven. Zo woonde Diogenes in zo’n klein huis, dat men sprak van een ‘ton’. Hij gooide ook alle conventies overboord, was een voorstander van de vrije liefde en deed zijn behoefte in het openbaar, kortom: hij leefde als een hond. Het Griekse woord voor hond is 'kuoon'. Wanneer we nu weten dat de Griekse u tot y geworden is (u-psilon = kale, kleine u), dan komen we al gauw bij de kynoloog = hondenkenner. In een andere afleiding is de k vervangen door de c en zo komen we tot 'cynisch , eerst echter in een andere betekenis dan we gewend zijn eraan te geven: de Cynische School, de wijsgerige school der cynici. Daarvan is Diogenes, de eerste ‘Cynicus’, de stichter.
Het verhaal gaat. dat Diogenes eens op klaarlichte dag met een brandende lantaarn door de straten van Athene liep en. toen men hem vroeg wat zijn bedoeling was, antwoordde: ‘Ik zoek een mens,’ d.w.z. een goede, edele, volgens de waarheid levende mens.
En toen de grote Alexander de Grote hem eens opzocht (want hij had al veel van deze kleurrijke figuur gehoord) het was, menen wij, in Corinthe - en hem aantrof, op een muurtje lekker zonnend en hem vroeg wat hij als machtig man nu eens voor Diogenes kon doen. hij moest het maar zeggen, antwoordde Diogenes: Dat u uit mijn zon gaat.'.