Zowel in Palestina als in de omliggende landen komt de p. voor en wel vnl. de Eufraat-P. (Populus euphratica). Deze boom is karakteristiek voor de rivierdalen in de steppen-gebieden (Gen. 30 : 37).
In de Vlakte van Sinear is het de boom, die de vele stroombeddingen van de Eufraat omzoomt. De grootste exemplaren bereiken de hoogte van een middelmatige linde en de vertakking begint op manshoogte, zodat het zeer wel mogelijk was, daaraan de muziekinstrumenten op te hangen, Ps. 137 : 2. Behalve de Eufraat-P. komt ook de Witte P. of Abeel (P. Alba) voor, bekend door de witte onderkant der bladeren. Deze wordt hoger en geeft heerlijke schaduw. Langs de Jordaan, in verschillende delen van Galilea, op de Hermon en de Libanon is hij te vinden. Behalve Gen. 30 : 37 wordt ook in Hos. 4 : 13 de p. onder de naam lībneh genoemd. Zie ook Wilg.