Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

MOT

betekenis & definitie

(Tineola biselliella). Het klimaat van Palestina met zijn zachte winters brengt mede, dat het aantal vlindersoorten groot is, vooral dat der kleinere soorten (Microlepidoptera).

De Kledermot is dan ook overal verspreid. Deze vlindersoort brengt grote schade toe aan klederen, bont, vellen en wollen stoffen. De eigenlijke veroorzaker der schade is niet het vlindertje, maar de uit de gelegde eitjes voortkomende larven, kleine, madevormige, witachtige rupsjes met een donkere kop. Met behulp van hun uitstekende bijtende monddelen vernielen zij de stoffen, door er gaten in te vreten, terwijl zij uit de losgeknaagde vezels en draadjes vermengd met spinsel zich een kokertje bouwen, waarin zij verblijf houden en ten slotte verpoppen, Job 27 : 18. Zij geven de voorkeur aan weefsels, die van dierlijke oorsprong zijn (wol, bont) boven die van plantaardige afkomst (katoen, linnen). Uit de pop ontwikkelt zich het vlindertje, dat geen voedsel gebruikt en slechts leeft om voor de nakomelingschap te zorgen. Het is dan ook opvallend, dat er veel meer vrouwelijke dan mannelijke vlinders zijn. Het wijfje legt op de stoffen ongeveer 60 uiterst kleine eitjes. Het is te begrijpen, dat de H. Schrift herhaaldelijk nadruk legt op de schade, die de motten aanrichten (Job 13 : 28; Ps. 39 : 12; Jes. 50 : 9; 51 : 8; Hos. 6 : 12; Matt. 6 : 19—20; Luc. 12 : 33; Jac. 4 : 19). Ook de wijze, waarop men de motten verdelgt, wordt aangegeven, Job 4 : 19.

< >