„twee legers”, of „dubbele nederzetting”, de plaats waar Jakob uit Syrië aankwam, vóór hij over de Jabbok ging; derhalve lag M. aan de N.zijde van de beek. Het was een stad in het gebied van Gad en m.n. een grensstad, Joz. 13 : 26, 30; het kan dus niet ver van de Jabbok gelegen hebben, omdat het diepe dal van deze beek een goede grens vormt.
Buitendien kan M. ook niet ver van de Jordaan gelegen zijn, want Jakob sprak hier: Met mijn staf ben ik over deze Jordaan gegaan, Gen. 32 : 10. Daarbij komt, dat M. als schuilplaats gediend heeft voor Isboseth, 2 Sam. 2, 8; voor David toen hij vluchtte voor Absalom, 2 Sam. 17 : 21; dit wijst er op, dat we hier aan een vesting moeten denken, die door haar ligging veiligheid bood. Tenslotte was M. ook de residentie van een der stadhouders van Salomo, zoals in 1 Kon. 4 : 14 vermeld wordt.Wanneer men deze bijzonderheden in het oog houdt, is er het meest voor te zeggen, om M. te zoeken op de dubbele heuvel Tulul et-Dahab in een S-vormige bocht van de Jabbok gelegen. Het is een echte schuilplaats in een diep ingesneden dal, midden tussen bergen, die het als muren omgeven, terwijl de S-vorm van de beek veroorzaakt, dat het water als een gracht er om heen ligt. De bevolking noemt deze dubbele heuvel „goudheuvels”. Men zou hier inderdaad M. kunnen zoeken.