Blijkens de archeologische studie van de cultuur der oude wereldrijken in de Nijl- en Eufraat-Tigrisvlakte was men daar reeds ver gevorderd in de techniek van het kleuren. Het is dus niet verwonderlijk dat wij in de bijbel reeds vrij veel aanduidingen over k. vinden, die intussen op verschillende wijzen vertaald zijn.
Uiteraard worden meer algemene, ongecompliceerde aanduidingen van k., vooral verschil tussen licht en donker, gegeven dan fijne nuanceringen van tinten.In Babylonië werden o.a. verschillende soorten klei en een bepaalde verhittingstechniek gebruikt om stenen te kleuren, terwijl in Egypte k. bereid werden door middel van soorten metaal en aarde. Purper, Richt. 8 : 26; Est. 8 : 15; Luc. 16 : 19, werd oudtijds verkregen van de purperslak, de Murex trunculus, die bij de Middell. Zee gevonden werd; blauw, Num. 4 : 7; Ez. 23 : 6, kwam van een ander weekdier, de Helix ianthina; scharlaken, Ex. 25 : 4; Jes. 1 : 18, van een insect. Jer. 22 : 14 en Ez. 23 : 14 is van een fel rood sprake; Lev. 13 : 19, 24, 43 van zachtrood, zoals Lev. 13 : 49 van zachtgroen. Ons begrip bont wordt in het Hebr. omschreven door gestippeld, gevlekt, gestreept en veelvervig, Gen. 30 : 32 v.; Gen 31 : 8; Ez. 17 : 3; 16 : 16, 18; Ex. 25 : 4. Verder wordt er gesproken van wit, Gen. 49 : 12; Jes. 1 : 18, zwart, dat ook wel gebruind kan aanduiden, Hoogl. 1 : 5, 6; groen, 2 Kon. 19 : 26; geel, dat soms goudblond betekent, Lev. 13 : 30 v.
Vaak hebben de k. een symbolische betekenis: wit is de kleur der overwinning, Openb. 6 : 2, en van reinheid, Marc. 16 : 5; Openb. 3 : 4; zwart van de honger, Klaagl. 5 : 10, van rouw en dood, Ps. 42 : 10; Zach. 6 : 2; rood betekent oorlog of slachting, Openb. 6 : 4; purper (koninklijke) waardigheid, Est. 8 : 15; Luc. 16 : 19. Zie verder Purper en Scharlaken.
