(Upupa epops). Hoewel onrein naar de ceremoniële wet (Lev. 11 : 19; Deut. 14 : 18) is de hop een prachtige vogel.
Op de kop draagt hij een hoge, ingesneden kam, leemrood met zwarte punten. Ook kop, hals, nek en bovenkant van de rug hebben dezelfde kleur. De vleugels zijn zwart met geelwitte dwarsstrepen. Hetzelfde geldt van de staart. Het is een vrij grote vogel (± 40 cm) met een lange, enigszins gebogen snavel. Zijn voedsel is allerlei insecten en wormen, die hij bij voorkeur uit de mest opzoekt. Dit is een der oorzaken voor de bovengenoemde onreinheid. De hop komt in Maart in Palestina en broedt daar. In Afrika is hij in ieder dorp te vinden, waar hij in de daar aanwezige mesthopen overvloedig voedsel vindt.