Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

HOEN

betekenis & definitie

Voor het tegenwoordige Palestina geldt, dat iedere (Arabische) boer kippen houdt. In 1930 waren er meer dan een millioen.

Deze huisdieren zijn van het inheemse kleine ras, terwijl ook heel wat dieren ingevoerd worden, vooral Leghorns. Op primitieve wijze worden ze in huizen en schuren gehouden en gevoed vooral met afval van de dorsvloer (haksel, onkruidzaden), maar ook wel met graan, terwijl ze zelf voor aanvulling zorgen in de vorm van larven, kevers en wormen. De eierproductie is niet zo hoog als wij die kennen en bereikt in de lente en in het begin van de zomer haar toppunt.Het vaderland der hoenderen is Indië en zij zijn ongeveer in de 5e eeuw v. C. via Perzië en Mesopotamië naar Palestina gekomen. Dit verklaart, waarom in het O.T. van kippen nimmer sprake is en wel in het N.T. We lezen daar over het kraaien van de haan, Matt. 26 : 34, en over de zorg van de hen voor haar kuikens, Matt. 23 : 37. Oorspronkelijk mochten in Jeruzalem geen kippen gehouden worden, maar aan dit verbod is blijkbaar de hand niet gehouden. De hanen beginnen reeds vroeg in de nacht te kraaien, (Matt. 26 : 34). Door het ontbreken van klokken werd dit tot een tijdsaanduiding, Marc. 13 : 35.

< >