„druiventros”, het druivendal. Num. 13 : 13 : 22 en 23 staat van de verspieders: „Zij kwamen bij Hebron ...
Ook kwamen zij in het beekdal van E.” Op grond daarvan zoekt men het bij Hebron, maar feitelijk wordt het dal niet met deze stad in verband gebracht (ook niet Num. 32 : 9 of Deut. 1 : 24). Hoogstens kan men Gen. 14 : 13 aanhalen, om aannemelijk te maken, dat men E. niet ver van Mamré behoeft te denken. En als men dan het bij Hebron zoekt, worden verschillende plaatsen gewezen. Ten NW. van Hebron is een bron Ain Qaschqala of Ain Eschkala, in deze naam ziet men dan een herinnering aan het druivendal. Maar de Israëlieten van Hebron denken liever aan de Wadi Tuffa nog iets verder naar het W., daar produceert men soms druiventrossen van 3 à 4 kg gewicht; zij denken dat hier de beroemde Nahal E. is. Maar nog weer anderen denken liever aan de Wadi el Chalil ZW. van Hebron.
