Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

COLOSSENSEN, BRIEF AAN DE

betekenis & definitie

De gemeente te Colosse was niet door Paulus persoonlijk gesticht, Col. 2 : 1. Vermoedelijk is de gemeente ontstaan door de arbeid van Paulus’ medewerker Epaphras, in de tijd, dat Paulus te Ephese werkte, Col. 1 : 7.

De kerk te Colosse mocht daarom tot de Paulinische worden gerekend en Paulus kon haar een brief zenden. De apostel schreef die in gevangenschap, Col. 4 : 3, 10, 18. Wij zullen daarbij moeten denken aan de gevangenschap te Rome, waarvan Hand. 28 : 16 vlg. spreekt; en niet aan een gevangenschap te Caesarea, gelijk vroeger wel werd aangenomen, of aan een te Ephese, zoals thans enkelen menen. Epaphras was onlangs bij Paulus geweest of nog bij de apostel, Col. 1 : 8. De minder gunstige berichten, die Epaphras meebracht, deden de apostel naar de pen grijpen.Er waren te Colosse dwaalleraars opgetreden, die invloed hadden gekregen. De dwaalleer predikte ascese, maar bracht ook speculaties over het ontstaan der wereld. Zij bevatte Joodse, zowel als heidense trekken, vgl. 2 : 11,16, 20—23. Men vroeg naar een hogere kennis en vereerde engelen, 2 : 18. Die leer doet denken aan de gnostiek. Zij doet te kort aan de centrale plaats van Christus, vandaar dat Paulus de betekenis van Christus’ werk in de schepping en onderhouding van alle dingen uiteenzet, 1 : 15 v. Verder bevat de brief practische vermaningen. De brief is overgebracht door Tychicus, Col. 4 : 7, 8, gelijk met de brief naar Ephese, terwijl ook Onesimus meeging, met de brief aan Philemon, die te Colosse woonde, Col. 4 : 9. De brieven naar Ephese en naar Colosse gelijken veel op elkander. Het verschil is, dat in C. Christus is het begin en het middelpunt der schepping, in Eph. het einde aller dingen, het Hoofd van de Kerk.

< >