Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

BIJ

betekenis & definitie

(Apis mellifica var. syriaca). Dit is de oorspronkelijke wilde bij van Palestina.

Het achterlijf is helder geel, dus veel meer opvallend dan dat van onze bijen. Ze steekt zeer spoedig en heeft een sterke neiging om te zwermen. Ze zijn in de Bijbel het beeld van vervolging (Deut. 1 : 44; Ps. 118 : 12). De voornaamste zwermperiode valt in Mei/Juni; de mannetjes (darren) worden in Juli gedood, omdat dan de honing in de natuur in geringere hoeveelheid aanwezig is. Van een eigenlijke winterslaap is geen sprake, het gehele jaar is er broed aanwezig. Dit hangt samen met de bloeitijd der planten, die in Januari reeds begint (amandel).Het aantal honing leverende bloemen in Palestina is buitengewoon groot. De wilde bijen verzamelen de honing en brengen die in de nesten, die te vinden zijn in holle bomen, rotsspleten enz. en soms op zeer eigenaardige plaatsen (Richt. 14 : 8). De cellen worden geheel met honing gevuld — het wasdeksel staat duidelijk bol — en zodoende vloeit de honing er dikwijls uit. Dan ontstaat een „honingvloed” en vloeit de honing uit de rotssteen (1 Sam. 14 : 26; Deut. 32 : 13; Ps. 81 : 17). Omtrent de bijenteelt is in de Bijbel niets positiefs te vinden. Slechts Jes. 7 : 18 zou in die richting wijzen. Wel kende Egypte de bijenteelt op dezelfde primitieve wijze als de Fellah’s in Palestina. In het algemeen is de honing in de Bijbel dus „wilde honing” (Matt. 3 : 4). De moderne bijenteelt dateert pas uit

1880, toen de gebroeders Baldensperger er in Artas mee begonnen.

< >