Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

APOCRIEFE BOEKEN

betekenis & definitie

Artikel 6 van de Ned. Geloofsbelijdenis zegt, met toespeling op de in art. 4 opgesomde kanonieke boeken der H.

Schrift: „Wij onderscheiden deze Heilige boeken van de Apocriefe... Dewelke de Kerk wel lezen kan, en daaruit ook onderwijzingen nemen, voor zoveel als zij overeenkomen met de Canonieke boeken; maar zij hebben zulk een kracht en vermogen niet, dat men door enig getuigenis van deze enig stuk des geloofs of der Christelijke religie zoude kunnen bevestigen : zover is het van daar, dat zij de autoriteit van de andere, heilige, boeken zouden vermogen te verminderen.” Het woord „apocrief” is ontleend aan het Grieks en betekent: „verborgen”. Verborgen boeken zijn boeken, die verborgen gehouden worden, of boeken, waarvan de oorsprong verborgen is. De naam apocrief werd door de kerkvaders toegepast op boeken, die verborgen gehouden werden, aan het openbare gebruik onttrokken werden, hetzij omdat zij van grote waarde waren en dus als geheime boeken slechts aan ingewijden bekend waren, hetzij, omgekeerd, omdat zij minderwaardig werden geacht. Zo kwam er een onderscheid tussen boeken, die wèl, en boeken, die niet in de kerkelijke godsdienstoefeningen werden voorgelezen. De laatste waren apocrief. Ook boeken, waarvan de oorsprong onbekend was, die als ondergeschoven en onecht werden beschouwd, werden door deze naam aangeduid. Toch is het merkwaardig, dat de boeken, die in Prot. kring apocrief genoemd worden, deel uitmaken van LXX en Vulgata en door de Roomse Kerk, tenminste voor het grootste deel, canoniek worden geacht. Men treft ze evenwel niet aan in de Hebr. canon. In de LXX (editie-Rahlfs) treft men aan: I Ezra; aanhangsels aan het boek Ester; Judith, Tobit, I—IV Maccabeën, Oden; Wijsheid van Salomo of Wijsheid; de Wijsheid van Jezus Sirach of Ecclesiasticus; de Psalmen van Salomo; het boek Baruch; de brief van Jeremia; Susanna; aanhangsels aan het boek Daniël; Bel en de draak.In de Vulgata staan in het O.T.: Tobias; Judith; aanhangsels aan het boek Ester; Wijsheid; Ecclesiasticus; Baruch; I en II Maccabeën. Achter het N.T. staan in de Vulgata: het gebed van Manasse; III en IV Ezra. Deze laatste drie worden door de Roomse Kerk niet canoniek geacht. I Ezra der LXX is III Ezra van Vulgata. II Ezra van LXX bevat de canonieke boeken Ezra en Nehemia. In Vulgata is het canonieke boek Ezra: I Ezra, en het canonieke boek Nehemia is daar II Ezra. Deze apocriefe boeken zijn vervaardigd in de tijd van de 3e eeuw v. C. tot in de eerste eeuwen n. C. en wel in de Griekse taal. Enkele er van kunnen oorspronkelijk in het Hebr. geschreven zijn. Zij zijn van belang om ons de geschiedenis (vgl. de Maccabeën) en vooral de gedachten van het Jodendom te doen kennen in de tijd tussen die van het O.T. en die van het N.T. Er waren in de oude Christelijke Kerk ook N.T.ische apocriefen in omloop: apocriefe Evangeliën, Handelingen enz. Maar bij de naam a. denken wij vooral aan de genoemde O.T.ische apocriefen, die in de St.Vert. achter de canonieke boeken van het N.T. werden geplaatst.

< >