Wat is de betekenis van zymotisch?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zymotisch

bn., van den aard van gisting, gistend ; fermenten betreffend of daartoe behorend.

2025-07-22
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Zymotisch

gistend

2025-07-22
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Zymotisch

betrekking hebbende op fermenten. Zymotische ziekte, = zymosis 2.

2025-07-22
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Zymótisch

betrekking hebbende op fermenten. Zymótische ziekte, = zymosis 2.

2025-07-22
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Zymotisch

Gistingwekkend, gisting veroorzakend.

2025-07-22
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

zymotisch

zymotisch - gistingwekkend.

2025-07-22
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Zymotisch

gisting veroorzakend, gisting opwekkend. Zymotische ziekte: besmettelijke ziekte.

2025-07-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten