Wat is de betekenis van zout, o. (-en)?

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zout, o. (-en)

1. natriumchloride, aan het eten toegevoegd om de smaak te verbeteren, keukenzout; (spr.) hij is het — in de pap niet waard, hij betekent of presteert niets; groenten uit het —, pekel; (spr.) ik heb nog iets voor hem in het —, hij heeft iets gedaan, waarover ik hem onderhouden moet; een zak — met iemand gegeten hebben, hem l...

Gerelateerde zoekopdrachten