zorg, v./m. (-en)
1. de moeite die men doet om iets in stand of in goede conditie te houden, toewijding, behartiging: veel — aan iets besteden; zijn kinderen aan iemands zorgen toevertrouwen, aan zijn hoede; — voor iets dragen, moeite doen opdat het gebeurt of onderhouden wordt; ik neem de — daarvoor op mij, ik zal daarvoor wel zorgen; 2. bekommeri...