Wat is de betekenis van Zondeval?

m., 1. de zondeval van Adam, het vallen in zonde door het eten van de verboden vrucht; 2. de zondeval der engelen, hun opstand tegen God onder Lucifer en daarop gevolgde nederwerping in de hel; 3. (bij uitbr.) daad waardoor men idt een staat van onschuld tot schuld vervalt: volgens Marx is de opkomst van het kapitalisme een soort...

zondeval - Zelfstandignaamwoord 1. daad waardoor men uit een staat van paradijselijke onschuld tot schuld vervalt ♢ door de zondeval moet de Hollander elke dag weer hard werken om te voorkomen dat de dijken doorbreken Woordherkomst samenstelling van zonde en val

Het bijbelboek Genesis vertelt over Gods schepping van het paradijs, een prachtige tuin die Eden heette. God schiep twee mensen, Adam en Eva, om de tuin te onderhouden. De Schepper drukte de nieuwe mensen een waarschuwing op het hart: ze mochten in het paradijs van alle bomen eten, behalve van één. Dat was de Boom der Kennis van goed en kwaad. In h...

Volgens het bijbelverhaal (in Genesis 3) hebben de eerste mensen Adam en Eva, die oorspronkelijk totaal zondeloos leefden, een ernstige overtreding begaan tegenover Gods gebod. Dit was de oorsprong van alle kwaad en ellende voor de hele mensheid. De inhoud van dit verhaal wordt door de theologen op verschillende wijzen uitgelegd.

m. (het vallen in zonde): de van Adam.

de eerste zonde der menschheid, zooals die i/d Bijbel (Genesis 3) beschreven wordt en welke leidde tot de verdrijving v. Adam en Eva u/h Paradijs.

1° Z. der engelen. Het is geloofsleer, dat er slechte geesten bestaan (Kerkverg. v. Lateranen IV, Denzinger, Enchir. Symbolorum, 428). Dit zijn engelen, die gezondigd hebben (ibid.). Hun zonde was een daad van hoogmoed, zooals de meeste godgeleerden houden, steunend op de gegevens der H. Schrift (o.a. Tob.4.14 en 1 Tim.3.6), op de meer algeme...

m. het vallen in zonde : Adams -.

m., 1. (bijbel) de overtreding door de eerste mensen, Adam en Eva, van Gods gebod om niet te eten van de ‘boom der kennis’ (Gen.3); 2. daad waardoor men uit een staat van onschuld tot schuld vervalt.