Wat is de betekenis van Zigt?

2025-07-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Zigt

Zigt, o. gmv. het zien, vertoon; op -, bij vertoon van (dezen wissel); betaalbaar acht dagen na -, acht dagen na vertoon. *-BAAR, bn. en bijw. (-der, B. ...arer, -st), -LIJK, bijw. gezien kunnende worden, waarneembaar door de oogen; (fig.) helder, duidelijk, klaar, blijkbaar. *-BAARHEID, v. gmv. eigenschap van hetgeen gezien kan worden; (fig.) bl...

Gerelateerde zoekopdrachten