Wat is de betekenis van zefier?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zefier

m. (-en, -s), ZEFIR, ZEPHIR, ZEPHYR (Lat.), m. (-s), 1. koele, zachte westenwind; (dicht.) zachte, luwe wind ; aangenaam koeltje : moge uw schaar,.gij zefirs in de hagen, balsemgeur haar offrend tegendragen (Staring); 2. dunne katoenen stof in platte binding, meest gestreept.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zefier

zefier - Zelfstandignaamwoord 1. (m) de (gunstige) westenwind Dichters voerden soms de zefier ten tonele. 2. (n) een zeer licht en dun katoenen weefsel Dit zefier is heerlijk bij warm weer.

2025-07-25
Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Zefier

Zacht westenwindje, in het algemeen: zachte wind. De naamgever is Zephyrus, in de Griekse mythologie de god van de westenwind, de lentebode (zie hyacint).

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Zefier

[Lat. zephyrus, Gr. zephuros = westenwind] zachte zuiden- of zuidwestenwind; aangename koelte.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Zefier

zachte zuidwestenwind; katoenen stof

2025-07-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

zefier

1. een uit het Grieks stammende benaming voor zachte zuidwestenwind; 2. lichtglanzende stof, uit katoen of kunststoffen geweven in linnenbinding, met een dunne draad. Goed wasbare stof, gebruikt voor overhemden, blouses, nachtgoed.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Zefier

liefelijke zachte westenwind ; zeer zachte katoenen stof

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zefier

m. zefieren, zefiers.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zefier

m. (-en, -s) [Zephuros] I. Eig. 1. Algm. zachte aangename zuidwestelijke zomerwind. 2. Dicht. zachte luwe wind. II. ook o. Metf. dunne zomerstof.