Wat is de betekenis van WONDERSPREUK?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wonderspreuk

v. (-en), vreemde, zonderlinge stelling, die met de heersende mening in strijd is, paradox.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wonderspreuk

v. wonderspreuken ([valse] schoonschijnende stelling, die met de heersende mening in strijd is); zie paradox.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wonderspreuk

('wondər) v. (-en) zonderlinge, schoonschijnende stelling, paradoks.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WONDERSPREUK

WONDERSPREUK, v. (-en), vreemde, zonderlinge stelling die met de heerschende meening in strijd is, paradox.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)