wipkip(je)
meisje dat aanpapt met een oudere man; groupie. Zij nam haar snuffelstage erg letterlijk. Dat de heer Van der Meulen een wipkipje heeft lees je uiteraard niet in het Brabants Dagblad. Dat zou niet leuk zijn voor mevrouw Van der Meulen. En ook niet voor de kinderen van de doctorandus. (Youp van ’t Hek in NRC Handelsblad, 29/05/2004)