Wat is de betekenis van wipkip?

2025-07-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

wipkip

1) (2003) (sch.) meisje dat aanpapt met een oudere man; groupie; slet*. • 'Donderend bliksemslingerend opperwezentje van me', koppiekrauwt Hera tegen haar broer en echtgenoot Zeus. Op andere momenten is ze evenwel minder lief tegen hem: 'Alsof ik een of andere wipkip ben, smerige oetlul, stinkzwengel, meuraars'. Het gaat er lekker heftig aan t...

2025-07-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-22
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten