Wat is de betekenis van wintergraan?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wintergraan

o.(...granen), winterkoren.

2025-07-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

wintergraan

graan dat men in de herfst of winter zaait. graan dat in de herfst of vroege winter wordt gezaaid en het jaar daarop tegen of in de zomer wordt geoogst. Voorbeelden: Wanneer door slechte weersomstandigheden in het najaar geen wintergraan kan worden gezaaid, kan de boer beslissen om in het vroege voorjaar zomertarwe te zaaien. http...

2025-07-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Wintergraan

Graanrassen met zoveel koudebehoefte, dat ze in de herfst of winter gezaaid moeten worden voor een normale ontwikkeling en tevens met zoveel winterhardheid, dat ze ook de in sommige winters optredende lage temp. kunnen verduren. De winterhardheid schiet bij strenge koude wel eens te kort en enig risico van uitwinteren is er dus steeds. Daartegenove...

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wintergraan

s.n., winternôt (it).

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wintergraan

o. wintergranen (graan, dat in ‘t najaar gezaaid wordt en de winterkou doorstaat), b.v. wintergerst, winterkoren, winterrogge enz.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wintergraan

o. (...granen) graan dat, in het najaar gezaaid, de winter op het veld doorbrengt.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wintergraan

o., (ook: winterkoren), graan dat in het najaar gezaaid wordt en de koude van de winter op het veld doorstaat, b.v. wintergerst, -tarwe, -rogge.

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)