Wintergraan
o.(...granen), winterkoren.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
graan dat men in de herfst of winter zaait. graan dat in de herfst of vroege winter wordt gezaaid en het jaar daarop tegen of in de zomer wordt geoogst. Voorbeelden: Wanneer door slechte weersomstandigheden in het najaar geen wintergraan kan worden gezaaid, kan de boer beslissen om in het vroege voorjaar zomertarwe te zaaien. http...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Veerman (1954)
Graanrassen met zoveel koudebehoefte, dat ze in de herfst of winter gezaaid moeten worden voor een normale ontwikkeling en tevens met zoveel winterhardheid, dat ze ook de in sommige winters optredende lage temp. kunnen verduren. De winterhardheid schiet bij strenge koude wel eens te kort en enig risico van uitwinteren is er dus steeds. Daartegenove...
M. J. Koenen's (1937)
o. wintergranen (graan, dat in ‘t najaar gezaaid wordt en de winterkou doorstaat), b.v. wintergerst, winterkoren, winterrogge enz.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., (ook: winterkoren), graan dat in het najaar gezaaid wordt en de koude van de winter op het veld doorstaat, b.v. wintergerst, -tarwe, -rogge.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: