Wat is de betekenis van Wijs, wetend?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wijs, wetend

bn. bw. (wijzer, wijst), 1. wetende; alleen nog in enige uitdr.: iets wijs worden, het te weten komen ; — wit iets (niet) wijs kunnen worden, het (niet) kunnen begrijpen, bep. ontcijferen, lezen ; — nu ben ik nog even wijs weet ik nog niets méér ; — iemand iets wijs maken (ook aaneengeschr...