Wijntapper
m. (-s), 1. herberghouder die wijn verkoopt ; 2. (nat. hist.) tapuit.
Klaas J. Eigenhuis (2004)
Volksnaam voor de Tapuit, zonder opgave van locatie [Schlegel 1852; Schlegel 1858]. Vermoedelijk is het de 'hollandse vertaling' van namen als Wientapper, Wientepper, Wiêntêmper, Weinddepper ← etc. Houttuyn 1763 noemt geen van deze namen, hoewel deze rond die tijd al wel bestaan moeten hebben. Vermoedelijk was Houttuyn sl...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
I.M. Calisch (1864)
Wijntapper, m. (-s), kroeghouder die wijn verkoopt. *-IJ, v. (-en), wijnhuis. *...TEELT, v. gmv. het aankweeken van den wijnstok. *...TIENDE, v. (-n), tiende der druivenopbrengst, zek. belasting. *...TIJD, m. tijd van den wijnoogst. *...TINT, v. kleur van wijn. *...TON, v. (-nen), ton voor wijn; (fig.) onmatige wijndrinker. *...TRECHTER, m. (...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: