weep
I. 1. wenen, schreien; 2. druppels afscheiden; tranen; weep for, bewenen; weep for (with) joy, van vreugde schreien; II. bewenen, betreuren; weep tears of joy, vreugdetranen storten; III. weep oneself out, zijn leed uitschreien.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. 1. wenen, schreien; 2. druppels afscheiden; tranen; weep for, bewenen; weep for (with) joy, van vreugde schreien; II. bewenen, betreuren; weep tears of joy, vreugdetranen storten; III. weep oneself out, zijn leed uitschreien.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: