Wat is de betekenis van WEEMOEDIG?

2025-07-24
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

weemoedig

Weemoedig betekent een gevoel van zachte melancholie of droefgeestigheid. Het beschrijft een stemming waarin iemand zich een beetje verdrietig, nostalgisch of somber voelt, vaak zonder een duidelijke of specifieke reden. Het kan worden ervaren als een zekere vorm van melancholisch verlangen naar iets of iemand uit het verleden, of een treurig gevoe...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

weemoedig

weemoedig - Bijvoeglijk naamwoord 1. lichtdroevig gestemd Weemoedig dacht hij aan zijn gemiste kansen. Woordherkomst Samenstellende afleiding van wee en moed met het achtervoegsel -ig Synoniemen droefgeestig, mistroostig, melancholiek, depressief, zwaarmoedig, zwartgallig

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

weemoedig

weemoedig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: wee-moe-dig 1. een beetje verdrietig om wat voorbij is ♢ weemoedig keek ik terug op een prachtige vakantie Bijvoeglijk naamwoord: wee-moe-dig ... is weemoediger dan ......

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

weemoedig

treurig, mistroostig.

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Weemoedig

adj. & adv., wémoedich.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

weemoedig

bn., bw. (licht droevig aangedaan; zacht-droevig gestemd; met zulke stemming gepaard gaande): een weemoedige herinnering.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weemoedig

('moedәch) bn. en bw. (-er, -st) vol weemoed: een -e brief; kijken.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Weemoedig

bn. en bw. (-er, -st), vervuld van weemoed: een weemoedige stemming.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

weemoedig

weemoedig bn. 'droevig gestemd' Mnl. weemoedich 'diep bedroefd' in legt nu af al u weemoedeghe vreese ende doet an eenen manleken moet 'leg nu al uw droefgeestige angst af en neem een mannelijke dapperheid aan' [1340-60; MNW-P], wemoedich, weherttich 'wanhopig, diep bedroefd' [1477; Teuth.]; nnl. weemoedig...