Wat goeds te hooren, giet merg in ’t gebeente.
Goed, Spreuk. 16: 24. Dit spreekwoord, hoewel niet letterlijk in den Bijbel voorkomende, heeft toch in de keuze der woorden iets dat aan een oosterschen oorsprong doet denken; het is dan ook zeker ontleend aan Spreuk. 16: 24 waar wij deze woorden lezen: Liefelijke redenen zijn eene honigraat, Zoet voor de ziel en medicijn voor ’t gebeente. ...