Wat is de betekenis van volée?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Volée

(Fr.), v., eig. vlucht; haute volée, de hoogste (adellijke) standen.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Volée

vlucht of zwerm vogels; haute volée: eerste kringen

2025-07-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Volée

vlucht, ’t vliegen; vlucht, zwerm, troep; stand, rang; salvo, laag [bij ’t schieten]; une volée de coups de bâton, een dracht stokslagen; volée descalier, traparm; prendre sa volée, op-, uit-, wegyliegen; fig. de vleugels uitslaan; à la volée, in de vlucht; zonder nadenken, onbesuisd; fermer &agr...

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

volée

(Fr.) v. vlucht; menigte; zie ook haute volée. volens potens. (Lat.) willend en kunnend.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

volée

(vo'le) v. [Fr.] vlucht. →: haute volée.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

volée

volée - v., vlucht of zwerm vogels; volle laag; „haute volée” : eerste kringen.

2025-07-24
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Volée

vr. Fr., hoedanigheid, rang.

2025-07-24
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

volée

volée - v. menigte, zwerm; haute volée, de hoogste □, adellijke standen