Vlinders
Zie: ➝ Natuur in de Zaanstreek 4.5.
Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
(schubvleugeligen, Lepidóptera). In tegenstelling tot de flora en de avifauna van Zeeland trok de insectenwereld jarenlang slechts weinig belangstelling, waarschijnlijk een gevolg van de moeilijke verbindingen in en met dit gewest. Toch bestond hier (door variaties in de bodemsamenstelling, van duinzand tot zeeklei en de soms grote sc...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
drs. L.A. Beeloo (1981)
insekten met een volledige metamorfose (ei, rups, pop, vlinder). Zij hebben zuigende monddelen (roltong), lange sprieten en grote, beschubde vleugels.
H. van de Werken (1969)
Er is geen groep insekten die zoveel bewondering oogst als die van de vlinders. Men kan zijn hart ruimschoots ophalen want er zijn niet minder dan 100.000 soorten die, met uitzondering van de poolstreken, over de hele wereld verspreid zijn. Vlinders wekken vertedering op, hebben iets vreedzaams en men ziet ze daarom graag komen. In volwassen staat...
Gedigitaliseerd Ensie (1950)
(orde Lepidoptera) - meer dan 100.000 soorten Met 4 vliezige, vrijwel steeds van schubben voorziene vleugels en een lange roltong (ongeschikt om te steken), die in rust spiraalvormig opgerold is.
Winkler Prins (1949)
grote orde van insecten, waarvan de verschillende vormen grote overeenkomst vertonen in bouw en leefwijze. Het meest opvallende kenmerk is, dat de vleugels bedekt zijn met schubjes, die dakpansgewijs over elkaar liggen. Bijna alle F. bezitten een roltong. De F. ondergaan een volkomen gedaanteverwisseling, de larven heten rupsen, de pop is vaak met...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
…(tekst ontbreekt) zeer afwijkend gebouwde haren te beschouwen schubben die als een fijn poeder het gehele lichaam bedekken. Iedere schub bestaat uit twee dunne lamellen, die een fijn rooster van overlangse en dwarse lijsten dragen en waartussen zich lucht bevindt. De schubben zijn ook de dragers van de kleuren, hetzij deze door pigme...
John Kooy (1933)
insecten met 2 paar met schubben bedekte of vliezige vleugels, zuigende monddeelen en volkomen gedaanteverwisseling, verdeeld in → dagvlinders en → nachtvlinders.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Schubvleugelige insecten of Lepidoptera, zeer vormenrijke insectenorde, die minstens 100 000 soorten omvat, verdeeld over meer dan 100 families. De verschillen hebben vooral betrekking op meer uiterlijke kenmerken, zooals kleur en beharing. De monddeelen vormen een zuigslurf voor honing, meestal oprolbaar; de borst bestaat altijd uit é&eacut...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: