Vlasvink
m. (-en), 1. groenling, groenvink (Chloris chloris); 2. vlastrekker uit den vreemde.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. groenling, groenvink (Chloris chloris); 2. vlastrekker uit den vreemde.
Wiktionary (2019)
vlasvink - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) Carduelis cannabina, een vinkachtige zangvogel Woordherkomst samenstelling van vlas en vink Synoniemen kneu, hennepvink, robijntje, kneuter Verwante begrippen groenling, groenvink, barmsijsje
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Klaas J. Eigenhuis (2004)
Oude volksnaam voor een aantal verschillende Vinkachtigen, maar de Kneu ← was hoogstwaarschijnlijk de eerste die de naam kreeg. WLD geeft bij de naam van het lemma zes soorten op: Kneu, Barmsijs, Groenling, Vink, Keep en Pimpelmees, WBD vier: Kneu, Groenling, Vink en Bosrietzanger, WVD drie: Kneu, Groenling en Geelgors en Schaars 1989 geeft vo...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: