Wat is de betekenis van vlasvink?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vlasvink

m. (-en), 1. groenling, groenvink (Chloris chloris); 2. vlastrekker uit den vreemde.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vlasvink

vlasvink - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) Carduelis cannabina, een vinkachtige zangvogel Woordherkomst samenstelling van vlas en vink Synoniemen kneu, hennepvink, robijntje, kneuter Verwante begrippen groenling, groenvink, barmsijsje

2025-07-25
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Vlasvink

Oude volksnaam voor een aantal verschillende Vinkachtigen, maar de Kneu ← was hoogstwaarschijnlijk de eerste die de naam kreeg. WLD geeft bij de naam van het lemma zes soorten op: Kneu, Barmsijs, Groenling, Vink, Keep en Pimpelmees, WBD vier: Kneu, Groenling, Vink en Bosrietzanger, WVD drie: Kneu, Groenling en Geelgors en Schaars 1989 geeft vo...

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vlasvink

m. vlasvinken (vogel, fraai geelgroen van kleur; ook: groenvink; zie groenling).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vlasvink

m. en v. (-en) groenvink.

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vlasvink

Vlasvink - zie GROENLING.