Wat is de betekenis van Vlaming, pieter?

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vlaming, pieter

Ned. dichter, *28.3.1686 te Amsterdam, ♱2.2.1734 bij Haarlem. Vlaming was winkelier, later boekhouder van de Verenigde Oostindische Compagnie. Samen met J.Wellekens gaf hij de bundel Dichtlievende uitspanningen uit (1710), waarin o.a. zijn hofdicht Hogerwoert voorkomt. Hij vertaalde enkele van Juvenalis’ schimpdichten (1709) en Arcadia van...

2025-07-22
NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Vlaming, pieter

VLAMING (Pieter), geb. te Amsterdam 29 Maart 1686; zoon van Floris Willemsz.V. en Christina van Beek; gepromoveerd in de rechten te Leiden, boekhouder der Oost-Ind. Compagnie te Amsterdam, overl. op zijn hofstede Hogerwoert bij Haarlem 2 Febr. 1733. De dichtlievende uitspanningen van J.B.Welekensen P.Vlaming (Amst. 1710 en 1735) bevatten van de han...

2025-07-22
Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

VLAMING, PIETER

een geleerd Amsterdammer, Zoon van Mr. FLORIS WILLEMSZ VLAMING en CHRISTINA VAN BEEK, wierdt op den negenëntwintigsten Maart des Jaars 1686 gebooren. Naa de gronden van Latijnsche en Grieksche taalkennisse, in zijne geboortestad, geleid te hebben, oeffende hij zich, aan ‘s Lands Hoogeschool te Leiden, in de Regten. Intusschen maak...