Vislijn
v. (-en), touw met een of meer haken om vis te vangen.
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
hengel Alvorens we onze vislijn uitwerpen, houdt onze boot halt aan de plaatselijke discotheek, een drijvende bar. (De Zondag) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 4 Vlaamsheid: 4
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Peter Bakema (2003)
(de, -en) hengel. Zelfs nu nog spreken de mensen me als visser aan. Het gekke is dat ik nog nooit van mijn leven een vislijn vast had. - LN, 26-09-2002.
Walter De Clerck (1981)
Hengel. Deze keer zou hij vast een vislijn kopen ... . Een heel schone vislijn, met een witte pen, CLAES 1955, 61. Opm.: In de standaardt. wel o.m. in toep. op de lijn van de hengel.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), 1. touw met een of meer haken om vis te vangen; 2. staaldraad waaraan het vistuig wordt gesleept. Voor de boomkorvisserij gaat er één vislijn naar elk vistuig, zowel aan stuurboord als aan bakboord. Bij de bodemtrawl, wanneer over de zij wordt gevist, gaan beide vislijnen aan een kant naar het vistuig. De vislijnen word...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: