Wat is de betekenis van violeren?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Violeren

(violeerde, heeft gevioleerd) (<Fr.), schenden, verkrachten.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

violeren

(1969) (< Fr. violer) (euf.) verkrachten. • In elk geval zal de burgemeester beslist niet gedacht hebben aan „violeren". een eufemisme voor verkrachten, zoals we zoveel in het Nederlands toedekken met het Frans. (De tijd, 27/10/1969)

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

violeren

violeren - Werkwoord 1. (ov) schenden, verkrachten Woordherkomst afgeleid van het Franse violer (met het achtervoegsel -eren)

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Violeren

[Lat. violare, -atum = gewelddadig behandelen, van vis = kracht] schenden; onteren.

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Violeren

schenden; onteren

2025-07-28
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

violeren

violeren - verkrachten; eig. ‘ontheiligen, ontwijden’. Veel maechden en vroukens ghevioleert. VAN LUMMEL (ed.), N. Geuzenliedboek 192 [1574].

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Violeren

schenden, onteren; verkrachten

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

violeren

schenden, overtreden; onteren, verkrachten.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

violeren

gevioleerd (Fr. [Lat. violare]: schenden, verkrachten, geweld aandoen).