Violeren
(violeerde, heeft gevioleerd) (<Fr.), schenden, verkrachten.
Marc De Coster (2020-2025)
(1969) (< Fr. violer) (euf.) verkrachten. • In elk geval zal de burgemeester beslist niet gedacht hebben aan „violeren". een eufemisme voor verkrachten, zoals we zoveel in het Nederlands toedekken met het Frans. (De tijd, 27/10/1969)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
violeren - Werkwoord 1. (ov) schenden, verkrachten Woordherkomst afgeleid van het Franse violer (met het achtervoegsel -eren)
Hans Heestermans (1977)
violeren - verkrachten; eig. ‘ontheiligen, ontwijden’. Veel maechden en vroukens ghevioleert. VAN LUMMEL (ed.), N. Geuzenliedboek 192 [1574].
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: