Vieroog
m. (...ogen), (nat. hist.) een familie van trilwormen.
Marc De Coster (2020-2025)
(1946) (scheldw.) iemand met een bril. Volgens Frank Janssen (Van apekop tot zielepoot) vooral populair bij Twentse tieners. Het woord komt echter al voor in ‘Honderd dwaasheden’ (1946) van Simon Carmiggelt. Vieroog is tevens de benaming voor een zeker soort vis. Deze metafoor bestaat eveneens in het Engels: ‘four eyes’. &bu...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
(vnl. Twente, jeugdtaal) iemand met een bril. Vermeld door Janssen (1985). Het woord komt echter al voor in ‘Honderd dwaasheden’ (1946) van Simon Carmiggelt. Vieroog is tevens de benaming voor een zeker soort vis. Deze metafoor bestaat eveneens in het Engels: four eyes.Ik doe veel aan zwemwedstrijden en dan met m’n bril af. En da...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Anableps tetrophthalmus), beenvisch van de fam. der tandkarpers (Cyprinodontidae), welke zijn naam dankt aan den eigenaardigen vorm zijner oogen. Uitwendig zijn deze door een donkere streep in een bovenste en onderste helft verdeeld. Het onderste gedeelte is door sterkere welving der hoornlaag beter aangepast aan het grootere lichtbrekingsvermogen...
Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: