Vierendeel
o. (...delen), vierde deel, inz. van een (oud) pond, van een (oude) el en van sommige vaten, kwart; een vierendeel uurs, kwartier ; een vierendeel jaars, drie maanden ; — (geneal.) kwartier.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (...delen), vierde deel, inz. van een (oud) pond, van een (oude) el en van sommige vaten, kwart; een vierendeel uurs, kwartier ; een vierendeel jaars, drie maanden ; — (geneal.) kwartier.
Wiktionary (2019)
vierendeel - Zelfstandignaamwoord 1. een vierde deel van iets vierendeel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vierendelen ♢ Ik vierendeel 2. gebiedende wijs van vierendelen ♢ vierendeel! 3. (bij inversie) tweede persoon e...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('vi:rən) o. (...delen) 1. vierde deel : een van een pond. een el. 2. kwart: een. uurs.
J.H. van Dale (1898)
VIERENDEEL - o. (-en), vierde deel, inz. van een (oud) pond, van eene (oude) el en van sommige vaten; kwart; vierendeel uurs, kwartier; vierendeel jaars, drie maanden.
I.M. Calisch (1864)
Vierendeel, o. (-en), vierde deel, kwart; -uurs, kwartier; -jaars, drie maanden. *-EN, bw. gel. in vier deelen (stukken) scheuren, - snijden, - houwen, (eert. lijfstraf); met vier paarden vaneen trekken; (wap.) een schild in vier velden verdeelen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: