Wat is de betekenis van Vestĕr?

2025-07-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Vestĕr

(vostĕr), tra, trum, pron. poss. 1. subi. uw, u toebehorende, maiores vestri, Cic., vos me vestro utamini, als de uwe, als uw eigendom, Cornif. rhet. | subst., voster, tri, m., uw heer, - meester, Pl.; vestrum, i, n., het uwe, de vestro impendatis, Liv., of = uw manier, non cognosco vostrum tam superbum, Te...

2025-07-26
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)