verkleutering
(1992) (inf.) toenemende oppervlakkigheid op cultureel gebied, volgens sommigen te wijten aan stompzinnige spelletjes en soaps op de televisie. • En ondanks de verkleutering die Siegel zijn patiënten aanpraat... (Karin Spaink: Het strafbare lichaam, 1992) • De goden kunnen een geliefd persoon met absolute `verkleutering' slaan. Lees...