Wat is de betekenis van verkleffer?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verkleffer

m. (-s), (Barg.) verrader ; rechercheur.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

verkleffer

(1897) (Barg.) verrader; politiespion. Een verraadster is een verklefster. • Als jelui zoo op de hand van Leentje binne, is ze zeker 'n verklefster. (Justus van Maurik: Toen ik nog jong was. 1901) • Heerlijk vond hij het, te zien inranselen op arglistige schurken en verkleffers, die zich niet meer wieberig konden maken; kerels, wier haat...

2025-07-25
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

verkleffer

verklikker, verrader; soms ook: rechercheur In 1897 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als betekenis ‘verklikker’ en vermeldt ook de vrouwelijke vorm, verklefster. • Al is zij ook, zooals zij zelf zegt,...

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Verkleffer

(Barg.) verklikker; verklefster: verklikster

2025-07-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

verkleffer

verklikker.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

verkleffer

verkleffer - m., (argot), verklikker; „verklefster” v.,: verklikster.

Gerelateerde zoekopdrachten