Verkleffer
m. (-s), (Barg.) verrader ; rechercheur.
Marc De Coster (2020-2025)
(1897) (Barg.) verrader; politiespion. Een verraadster is een verklefster. • Als jelui zoo op de hand van Leentje binne, is ze zeker 'n verklefster. (Justus van Maurik: Toen ik nog jong was. 1901) • Heerlijk vond hij het, te zien inranselen op arglistige schurken en verkleffers, die zich niet meer wieberig konden maken; kerels, wier haat...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ewoud Sanders (2019)
verklikker, verrader; soms ook: rechercheur In 1897 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als betekenis ‘verklikker’ en vermeldt ook de vrouwelijke vorm, verklefster. • Al is zij ook, zooals zij zelf zegt,...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: