Wat is de betekenis van verhemelte?

o. (-n), 1. (ontl.) gewelf van de mond, gehemelte (zie ald.); 2. overdekking, hemel (van een troon, een ledikant, een preekstoel enz.); 3. (plantk.) opstaande plooi in de onderlip der maskerbloemen.

verhemelte - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) bovenste begrenzing van de mondholte, aan de voorkant bestaande uit een hard en benig, aan de achterkant uit een vlezig en beweeglijk gedeelte ♢ Het harde en zachte verhemelte. 2. overdekking bij een troon, hemelbed of preekstoel Synoniemen...

verhemelte - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-he-mel-te 1. bovenwand van de mondholte ♢ opa's bovengebit zit tegen zijn verhemelte Zelfstandig naamwoord: ver-he-mel-te het verhemelte ...

Het vlees van runder- en kalfsverhemelte wordt o.a. gebruikt voor vleessalades, ragouts en worstbereidingen.

(o.), → palatum

Belooft een streling van het gehemelte voor de fijnproever - dit kunnen we in een droom soms echt proeven.

het dak van de mondholte. Het voorste deel (harde verhemelte) wordt door de beide bovenkaak- en verhemeltebeenderen gevormd. Het achterste deel (weke verhemelte) is een strak gespannen huid, die het zachte verhemelte draagt. De huig is een aanhangsel van het zachte verhemelte.

➝ gehemelte.

gewelfde dak v/d mond, gehemelte.